… roze is voor meisjes.
Dat begon bij ons met de vraag of we al wisten wat ‘het’ werd. En dat betekent dan: een jongen of een meisje. En niet: een lief kind, een zeurpiet of een nerd. Niet: een dokter, politie-agent of vuilnisman. Nee dat ging over geslacht. Dat is on top of mind. Geslacht is kennelijk voor veel mensen centraal in hun gedachten. Ook de begeleiding van zwangerschappen ademt dat uit. Of het nu gaat om het maken van afspraken bij de verloskundige of de echoscopist (“als u dan niet kunt, is dat niet errug hoor, als uw vrouw maar kan”), tot de wettelijke regelingen rond verlof. Als man krijg je één dag om bij de bevalling te zijn en één dag voor aangifte. Verder moet je als een echte man gewoon aan het werk en centjes verdienen. Dat veel mannen dat anders regelen met het opnemen of kopen van vakantiedagen, doet niet af aan dit punt: het systeem is nogal stereotype ingericht. (En daarin lopen we mijlenver achter bij ongeveer alle ons omringende landen).
Vervolgens wordt het kind geboren, en dan blijkt het … een meisje te zijn! Vanaf de eerste dag stromen de roze kleertjes ons huis binnen. Mooi of niet mooi, meisjes dragen roze. Bij haar broertjes waren er verschillende kleuren, meisjes houden vooral van roze. Mijn oudste zoontje (5 jaar) denkt dat sinds hij naar school gaat. Daarvoor vond hij het zelf nog een mooie kleur, inmiddels heeft hij geleerd dat het ‘een meisjeskleur’ is.
Al bij de eerste roze kleertjes, merkte ik dat dat bij mij iets raakte. Ik had een paar nachten weinig geslapen, waardoor mijn reactie niet werd gecamoufleerd door al te veel censuur. Een paar uur later vond ik mezelf terug in een kinderkleding winkel en kocht twee setjes stoere, vrolijke kleertjes in andere kleuren. Dat heeft mij aan het denken gezet. Over mijn eigen reactie, natuurlijk. En vooral over de sterke druk van buiten die al vanaf de geboorte stereotypen over kinderen heenlegt. Wat doet dat met mensen? En hoe dragen we daar zelf aan bij? En, tegelijk hebben we het over gelijke rechten en plichten, samen verdelen van werk en zorg. Is het niet al vanaf de start een voortdurende botsing? Tussen het rationele verhaal en de emotionele druk, tussen oude patronen en moderne ideeën? En hoewel we dat zien, versterken we met elkaar die spanning.
Zelf had ik me de weken daarvoor verbaasd over de keuze in verkleedkleren voor kinderen. Voor jongens was er een rijk palet aan opties, variërend van timmerman, politie- of brandweerman tot piraat, van dokter tot cowboy. En ook spiderman en andere figuren uit tekenfilms kan je vinden. Voor meisjes is het veel eenduidiger. Die kunnen kiezen uit 32 soorten prinsessejurkjes. Geen beroep of carrière, maar een bevallig jurkje om je in uit te dossen in afwachting van de prins op het witte paard. En dan hoor ik om me heen vooral vrouwen zeggen: “maar dat vinden ze gewoon leuk, daar moet je niks achter zoeken.” En dat doe ik dan ook niet. Ik zoek er niets achter, maar ik word er een beetje droevig van. Het is geen persoonlijke, individuele voorkeur die toevallig bij iemand past. Het lijkt veel meer de reactie van een kind op een verwachting die over iemand wordt heen gelegd. En die de vrije keuze toch een stuk minder vrij maakt. En daarmee tegelijk een kiem legt voor latere botsingen en spanningen. Daar bedenken we dan weer campagnes voor als “Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid”.
Deze overpeinzingen kwamen in gedachten de afgelopen weken bij me op. En het moet gezegd: roze staat onze dochter heel goed, alsof ze er voor in de wieg is gelegd 🙂
(Volgende keer pak ik de draad van eerdere blogs weer op en ga verder over Empathie, College Tour enzo meer.)



